Krijgsgevangenen
Op Venray War Cemetery liggen ook krijgsgevangenen (POW’S) begraven. Zij verbleven in de “Stammlager” (Stalag) op diverse plaatsen in Duitsland en Polen. De krijgsgevangenen in het kamp waren vaak verzwakt en uitgeput. Ook heersten er verschillende ziekten, waaronder dysenterie, difterie, tuberculose en maagzweren.
Velen van hen stierven tijdens “The Death Marches”. Deze verwijzen naar een reeks gedwongen marsen tijdens de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog in Europa. Terwijl het Sovjetleger aan het oostfront oprukte, besloten de Duitse autoriteiten krijgsgevangenenkampen te evacueren om de bevrijding van de gevangenen uit te stellen. Van de in totaal 257.000 westerse geallieerde krijgsgevangenen die in Duitse militaire gevangenkampen werden vastgehouden, werden meer dan 80.000 krijgsgevangenen gedwongen om onder extreme winterse omstandigheden westwaarts door Polen, Tsjechoslowakije en Duitsland te marcheren, gedurende ongeveer vier maanden tussen januari en april 1945. Daarbij werden afstanden gelopen tussen de 800 en 1500 km. De krijgsgevangenen hadden geen goede kleding, kregen weinig te eten en sliepen in de buitenlucht. Als ze probeerden te vluchten werden ze doodgeschoten. Sommigen overleden door de bombardementen van de geallieerden op de Duitsers. Er waren POW’s die de hele reis hadden overleefd, maar uiteindelijk bezweken aan alle geleden ontberingen (de kou, ondervoeding enzovoort) tijdens deze marsen. Zij waren bijna thuis….. Zeker negen van de mannen die in Venray zijn begraven, waren POW’s.
Uit het kamp Stalag VIIIB / 344 Lamsdorf:
- William Charles Gee (plotnr. VII.G.9);
- Edward Allan Brightwell (plotnr. VIII.G.3);
- Dennis James Waddell (plotnr. VIII.G.1).
Uit het kamp Stalag VIIIC Sagan:
- Alfred Farley (plotnr. VII.G.5).
Uit het kamp Stalag XXA / 312 Thorn en Stalag XXB Marienburg
- Walter Green (plotnr. VII.D.12);
- Ronald Vincent Sowrey (plotnr. VII.E.13);
- Harry Ernest Holland (plotnr. VII.G.6);
- Daniel Thomas Paterson (plotnr. VII.G.8);
- George William Thomas (plotnr. VII.G.7).
De lichamen van deze negen mannen werden door het Amerikaanse leger geborgen in Duitsland en overgebracht naar de Amerikaanse begraafplaats in Margraten. Van daaruit werden zij later herbegraven in Venray.